Psalmen 118

Prijs de Here, want Hij is een goede God. Zijn goedheid en liefde zijn

29 verzen

Psalmen 118:1

Prijs de Here, want Hij is een goede God. Zijn goedheid en liefde zijn

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 118:2

Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Psalmen 118:3

Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Psalmen 118:4

Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Psalmen 118:5

Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.

Psalmen 118:6

De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen?

Psalmen 118:7

De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.

Psalmen 118:8

Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.

Psalmen 118:9

Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.

Psalmen 118:10

Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

Psalmen 118:11

Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

Psalmen 118:12

Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

Psalmen 118:13

Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen.

Psalmen 118:14

De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.

Psalmen 118:15

In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

Psalmen 118:16

De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

Psalmen 118:17

Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.

Psalmen 118:18

De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.

Psalmen 118:19

Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.

Psalmen 118:20

Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.

Psalmen 118:21

Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt.

Psalmen 118:22

De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.

Psalmen 118:23

Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.

Psalmen 118:24

Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn.

Psalmen 118:25

Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed.

Psalmen 118:26

Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

Psalmen 118:27

De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.

Psalmen 118:28

Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen.

Psalmen 118:29

Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 119