Psalmen 48

14 verzen

Psalmen 48:1

Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach.

Psalmen 48:2

De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.

Psalmen 48:3

Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden; de stad des groten Konings.

Psalmen 48:4

God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek.

Psalmen 48:5

Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen.

Psalmen 48:6

Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.

Psalmen 48:7

Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw.

Psalmen 48:8

Met een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis.

Psalmen 48:9

Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.

Psalmen 48:10

O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels.

Psalmen 48:11

Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.

Psalmen 48:12

Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil.

Psalmen 48:13

Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens;

Psalmen 48:14

Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt. (Psalms 48:15) Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe.

Psalmen 49