Psalmen 104

Met hart en ziel wil ik de Here prijzen. Here, mijn God, wat bent U groot! U

35 verzen

Psalmen 104:1

Met hart en ziel wil ik de Here prijzen. Here, mijn God, wat bent U groot! U

Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.

Psalmen 104:2

Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn.

Psalmen 104:3

Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.

Psalmen 104:4

Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur.

Psalmen 104:5

Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.

Psalmen 104:6

Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen.

Psalmen 104:7

Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders.

Psalmen 104:8

De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt.

Psalmen 104:9

Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken.

Psalmen 104:10

Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.

Psalmen 104:11

Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede.

Psalmen 104:12

Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.

Psalmen 104:13

Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken.

Psalmen 104:14

Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen.

Psalmen 104:15

En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt.

Psalmen 104:16

De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft;

Psalmen 104:17

Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennebomen.

Psalmen 104:18

De hoge bergen zijn voor de steenbokken; de steenrotsen zijn een vertrek voor de konijnen.

Psalmen 104:19

Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang.

Psalmen 104:20

Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt:

Psalmen 104:21

De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken.

Psalmen 104:22

De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen.

Psalmen 104:23

De mens gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot den avond toe.

Psalmen 104:24

Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen.

Psalmen 104:25

Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote.

Psalmen 104:26

Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen.

Psalmen 104:27

Zij allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd.

Psalmen 104:28

Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden met goed verzadigd.

Psalmen 104:29

Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof.

Psalmen 104:30

Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks.

Psalmen 104:31

De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der eeuwigheid; de HEERE verblijde Zich in Zijn werken.

Psalmen 104:32

Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij.

Psalmen 104:33

Ik zal den HEERE zingen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.

Psalmen 104:34

Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden.

Psalmen 104:35

De zondaars zullen van de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, mijn ziel! Hallelujah!

Psalmen 105