Romeinen 15

Gods genade voor alle volken

33 verzen

Romeinen 15:1

Gods genade voor alle volken

Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen.

Romeinen 15:2

Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting.

Romeinen 15:3

Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.

Romeinen 15:4

Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.

Romeinen 15:5

Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus;

Romeinen 15:6

Opdat gij eendrachtelijk, met een mond, moogt verheerlijken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus.

Romeinen 15:7

Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods.

Romeinen 15:8

En ik zeg, dat Jezus Christus een dienaar geworden is der besnijdenis, vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen der vaderen;

Romeinen 15:9

En de heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk geschreven is: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen.

Romeinen 15:10

En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk!

Romeinen 15:11

En wederom: Looft den Heere, al gij heidenen, en prijst Hem, al gij volken!

Romeinen 15:12

En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen.

Romeinen 15:13

De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.

Romeinen 15:14

Doch, mijn broeders, ook ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen.

Romeinen 15:15

Maar ik heb u eensdeels te stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom dit indachtig makende, om de genade, die mij van God gegeven is;

Romeinen 15:16

Opdat ik een dienaar van Jezus Christus zij onder de heidenen, het Evangelie van God bedienende, opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest.

Romeinen 15:17

Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan.

Romeinen 15:18

Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken;

Romeinen 15:19

Door kracht van tekenen en wonderheden, en door de kracht van den Geest Gods, zodat ik, van Jeruzalem af, en rondom, tot Illyrikum toe, het Evangelie van Christus vervuld heb.

Romeinen 15:20

En alzo zeer begerig geweest ben om het Evangelie te verkondigen, niet waar Christus genoemd was, opdat ik niet op eens anders fondament zou bouwen;

Romeinen 15:21

Maar gelijk geschreven is: Denwelken van Hem niet was geboodschapt, die zullen het zien; en dewelke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.

Romeinen 15:22

Waarom ik ook menigmaal verhinderd geweest ben tot u te komen.

Romeinen 15:23

Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen hebbende, om tot u te komen,

Romeinen 15:24

Zo zal ik, wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden, als ik eerst van ulieder tegenwoordigheid eensdeels verzadigd zal zijn.

Romeinen 15:25

Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen.

Romeinen 15:26

Want het heeft dien van Macedonie en Achaje goed gedacht een gemene handreiking te doen aan de armen onder de heiligen, die te Jeruzalem zijn.

Romeinen 15:27

Want het heeft hun zo goed gedacht; ook zijn zij hun schuldenaars; want indien de heidenen hunner geestelijke goederen deelachtig zijn geworden, zo zijn zij ook schuldig hen van lichamelijke goederen te dienen.

Romeinen 15:28

Als ik dan dit volbracht, en hun deze vrucht verzegeld zal hebben, zo zal ik door ulieder stad naar Spanje afkomen.

Romeinen 15:29

En ik weet, dat ik, tot u komende, met vollen zegen des Evangelies van Christus komen zal.

Romeinen 15:30

En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor mij;

Romeinen 15:31

Opdat ik mag bevrijd worden van de ongehoorzamen in Judea, en dat deze mijn dienst, dien ik aan Jeruzalem doe, aangenaam zij den heiligen;

Romeinen 15:32

Opdat ik met blijdschap, door den wil van God, tot u mag komen, en met u verkwikt worden.

Romeinen 15:33

En de God des vredes zij met u allen. Amen.

Romeinen 16