Psalmen 83

18 verzen

Psalmen 83:1

Een lied, een psalm van Asaf.

Psalmen 83:2

O God! zwijg niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, o God!

Psalmen 83:3

Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op.

Psalmen 83:4

Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen.

Psalmen 83:5

Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht worde.

Psalmen 83:6

Want zij hebben in het hart te zamen geraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt;

Psalmen 83:7

De tenten van Edom en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen;

Psalmen 83:8

Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina met de inwoners van Tyrus.

Psalmen 83:9

Ook heeft zich Assur bij hen gevoegd; zij zijn den kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela.

Psalmen 83:10

Doe hun als Midian, als Sisera, als Jabin aan de beek Kison;

Psalmen 83:11

Die verdelgd zijn te Endor; zij zijn geworden tot drek der aarde.

Psalmen 83:12

Maak hen en hun prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna;

Psalmen 83:13

Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.

Psalmen 83:14

Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind.

Psalmen 83:15

Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;

Psalmen 83:16

Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind.

Psalmen 83:17

Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken.

Psalmen 83:18

Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden, en omkomen; (Psalms 83:19) Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde.

Psalmen 84