Psalmen 61

8 verzen

Psalmen 61:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.

Psalmen 61:2

O God! hoor mijn geschrei, merk op mijn gebed.

Psalmen 61:3

Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn.

Psalmen 61:4

Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand.

Psalmen 61:5

Ik zal in Uw hut verkeren in eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen. Sela.

Psalmen 61:6

Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt mij gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen.

Psalmen 61:7

Gij zult dagen tot des konings dagen toedoen; zijn jaren zullen zijn als van geslacht tot geslacht;

Psalmen 61:8

Hij zal eeuwiglijk voor Gods aangezicht zitten; bereid goedertierenheid en waarheid, dat zij hem behoeden. (Psalms 61:9) Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; opdat ik mijn geloften betale, dag bij dag.

Psalmen 62