Psalmen 26

Laat het recht over mij zegevieren, Here, want ik ben onschuldig. Ik vertrouwde

12 verzen

Psalmen 26:1

Laat het recht over mij zegevieren, Here, want ik ben onschuldig. Ik vertrouwde

Een psalm van David! Doe mij recht, HEERE! want ik wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, ik zal niet wankelen.

Psalmen 26:2

Proef mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn nieren en mijn hart.

Psalmen 26:3

Want Uw goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid.

Psalmen 26:4

Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om.

Psalmen 26:5

Ik haat de vergadering der boosdoeners, en bij de goddelozen zit ik niet.

Psalmen 26:6

Ik was mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE!

Psalmen 26:7

Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen.

Psalmen 26:8

HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer.

Psalmen 26:9

Raap mijn ziel niet weg met de zondaren, noch mijn leven met de mannen des bloeds;

Psalmen 26:10

In welker handen schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken is.

Psalmen 26:11

Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, verlos mij dan en wees mij genadig.

Psalmen 26:12

Mijn voet staat op effen baan; ik zal den HEERE loven in de vergaderingen.

Psalmen 27