Markus 15

Jezus verschijnt voor Pilatus

47 verzen

Markus 15:1

Jezus verschijnt voor Pilatus

En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over.

Markus 15:2

En Pilatus vraagde Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende, zeide tot hem: Gij zegt het.

Markus 15:3

En de overpriesters beschuldigden Hem van vele zaken; maar Hij antwoordde niets.

Markus 15:4

En Pilatus vraagde Hem wederom, zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele zaken zij tegen U getuigen!

Markus 15:5

En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde.

Markus 15:6

En op het feest liet hij hun een gevangene los, wien zij ook begeerden.

Markus 15:7

En er was een, genaamd Bar-abbas, gevangen met andere medeoproermakers, die in het oproer een doodslag gedaan had.

Markus 15:8

En de schare riep uit, en begon te begeren, dat hij deed, gelijk hij hun altijd gedaan had.

Markus 15:9

En Pilatus antwoordde hun, zeggende: Wilt gij, dat ik u den Koning der Joden loslate?

Markus 15:10

(Want hij wist, dat de overpriesters Hem door nijd overgeleverd hadden.)

Markus 15:11

Maar de overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas zou loslaten.

Markus 15:12

En Pilatus, antwoordende, zeide wederom tot hen: Wat wilt gij dan, dat ik met Hem doen zal, Dien gij een Koning der Joden noemt?

Markus 15:13

En zij riepen wederom: Kruis Hem.

Markus 15:14

Doch Pilatus zeide tot hen: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis Hem!

Markus 15:15

Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas losgelaten, en gaf Jezus over, als hij Hem gegeseld had, om gekruist te worden.

Markus 15:16

En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen;

Markus 15:17

En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem die op;

Markus 15:18

En begonnen Hem te groeten, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!

Markus 15:19

En sloegen Zijn hoofd met een rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden Hem.

Markus 15:20

En als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen.

Markus 15:21

En zij dwongen een Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg.

Markus 15:22

En zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde, Hoofdschedelplaats.

Markus 15:23

En zij gaven Hem gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam dien niet.

Markus 15:24

En als zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk wegnemen zou.

Markus 15:25

En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem.

Markus 15:26

En het opschrift Zijner beschuldiging was boven Hem geschreven: De KONING DER JODEN.

Markus 15:27

En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een aan Zijn rechter zijde, en een aan Zijn linker zijde.

Markus 15:28

En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend.

Markus 15:29

En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt,

Markus 15:30

Behoud Uzelven, en kom af van het kruis.

Markus 15:31

En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen.

Markus 15:32

De Christus, de Koning Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden Hem.

Markus 15:33

En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.

Markus 15:34

En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOI, ELOI, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?

Markus 15:35

En sommigen van die daarbij stonden, dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias.

Markus 15:36

En er liep een, en vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen.

Markus 15:37

En Jezus, een grote stem van Zich gegeven hebbende, gaf den geest.

Markus 15:38

En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden.

Markus 15:39

En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!

Markus 15:40

En er waren ook vrouwen, van verre dit aanschouwende, onder welke ook was Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, den kleine, en van Joses, en Salome;

Markus 15:41

Welke ook, toen Hij in Galilea was, Hem waren gevolgd, en Hem gediend hadden; en vele andere vrouwen, die met Hem naar Jeruzalem opgekomen waren.

Markus 15:42

En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat;

Markus 15:43

Kwam Jozef, die van Arimathea was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.

Markus 15:44

En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was.

Markus 15:45

En als hij het van den hoofdman over honderd verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam.

Markus 15:46

En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs.

Markus 15:47

En Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Joses, aanschouwden, waar Hij gelegd werd.

Markus 16