Genesis 5

De nakomelingen van Adam

32 verzen
  • Genesis hoofdstuk 5 is een genealogisch verslag waarin de afdaling van Adam via Seth, zijn derde zoon, naar Noach wordt beschreven, die later de ark bouwt om zijn familie en dieren te redden van de vloed. Dit hoofdstuk staat bekend als de "Adam's Descent List" en concentreert zich op de lijn van Seth, in tegenstelling tot de lijn van Kaïn die in het vorige hoofdstuk werd genoemd. Dit hoofdstuk vermeldt de leeftijden van de patriarchen en de leeftijd waarop ze kinderen kregen en stierven. Bovendien wordt het idee benadrukt dat de patriarchen een zeer lang leven hebben geleid, sommigen zelfs meer dan 900 jaar. Het hoofdstuk benadrukt ook het belang van afstamming en de continuïteit van de familielijn in de tijd. Hoewel het misschien een eentonig genealogisch verslag lijkt, is Genesis hoofdstuk 5 belangrijk omdat het de verbinding legt tussen Adam, de eerste mens, en Noach, de man die God uitkoos om de aarde na de zondvloed opnieuw te bevolken. Deze genealogische lijn is belangrijk voor het begrip van de bijbelse geschiedenis en voor de joods-christelijke traditie in het algemeen.
  • Genesis 5:1
    De nakomelingen van Adam
  • Zie op een pagina
  • Genesis
  • Genesis 6
  • Photo by Calvin Craig on Unsplash
  • Copyright © 2024 Biblia360.com ®

Genesis 5:1

De nakomelingen van Adam

Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.

Genesis 5:2

Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.

Genesis 5:3

En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.

Genesis 5:4

En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:5

Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.

Genesis 5:6

En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.

Genesis 5:7

En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:8

Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaren; en hij stierf.

Genesis 5:9

En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.

Genesis 5:10

En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:11

Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaren; en hij stierf.

Genesis 5:12

En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el.

Genesis 5:13

En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:14

Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaren; en hij stierf.

Genesis 5:15

En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.

Genesis 5:16

En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:17

Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf.

Genesis 5:18

En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.

Genesis 5:19

En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:20

Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf.

Genesis 5:21

En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.

Genesis 5:22

En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:23

Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.

Genesis 5:24

Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.

Genesis 5:25

En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.

Genesis 5:26

En Methusalach leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:27

Zo waren al de dagen van Methusalach negenhonderd negen en zestig jaren; en hij stierf.

Genesis 5:28

En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon.

Genesis 5:29

En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft!

Genesis 5:30

En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Genesis 5:31

Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf.

Genesis 5:32

En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.

Genesis 6