Psalmen 110

Dit sprak de Here tot mijn Heer: ‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand,

7 verzen

Psalmen 110:1

Dit sprak de Here tot mijn Heer: ‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand,

Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.

Psalmen 110:2

De HEERE zal de scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden.

Psalmen 110:3

Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.

Psalmen 110:4

De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

Psalmen 110:5

De HEERE is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns.

Psalmen 110:6

Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land.

Psalmen 110:7

Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.

Psalmen 111