Ik ben een narcis uit Saron, een lelie in het
In mijn slaap zocht ik mijn liefste. Ik zocht en zocht, maar kon hem niet
Mijn allerliefste, wat vínd ik je mooi! Je bent zo mooi! Door je sluier heen
Ik ben bij mijn zuster, mijn bruid, gekomen als in een tuin. Ik heb mirre en
Allermooiste onder de vrouwen, waar is uw liefste dan heengegaan? Weet u niet
Och, prinses, wat loop je sierlijk! De welvingen van je lichaam lijken door een
Ach, was je maar een broer van mij, gezoogd door dezelfde moeder als ik. Als ik