Exodus 25

God wil bij Zijn volk wonen

40 verzen
  • Exodus hoofdstuk 25 beschrijft Gods gedetailleerde instructies aan Mozes over het bouwen van de tabernakel en de heilige voorwerpen die erin gebruikt moeten worden. God instrueert de Israëlieten om vrijwillige gaven te brengen voor de bouw van de tabernakel, die moet worden gebouwd met de beste beschikbare materialen, zoals goud, zilver en edelstenen. Specifieke instructies omvatten het bouwen van de Ark van het Verbond, de tafel met toonbroden, de zevenarmige gouden kandelaar en het wierookaltaar. Elk van deze objecten heeft een specifiek doel in de aanbidding van God en moet met aandacht voor detail worden gebouwd. Samengevat benadrukt hoofdstuk 25 het belang van de tabernakel voor het volk van Israël en hun relatie met God, evenals het belang van de vrijwillige offerande en het gebruik van de beste materialen in de aanbidding van God.
  • Exodus 25:1
    God wil bij Zijn volk wonen
  • Zie op een pagina
  • Exodus
  • Exodus 26
  • Photo by Igor Rodrigues on Unsplash
  • Copyright © 2024 Biblia360.com ®

Exodus 25:1

God wil bij Zijn volk wonen

Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Exodus 25:2

Spreek tot de kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer nemen. Van alle man, wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gij Mijn hefoffer nemen.

Exodus 25:3

Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en zilver, en koper;

Exodus 25:4

Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar.

Exodus 25:5

En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;

Exodus 25:6

Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;

Exodus 25:7

Sardonixstenen, en vervullende stenen tot den efod, en tot den borstlap.

Exodus 25:8

En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone.

Exodus 25:9

Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden dat maken.

Exodus 25:10

Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.

Exodus 25:11

En gij zult ze met louter goud overtrekken, van binnen en van buiten zult gij ze overtrekken; en gij zult op dezelve een gouden krans maken rondom heen.

Exodus 25:12

En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en twee ringen op haar andere zijde.

Exodus 25:13

En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.

Exodus 25:14

En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede drage.

Exodus 25:15

De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogen worden.

Exodus 25:16

Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.

Exodus 25:17

Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs breedte.

Exodus 25:18

Gij zult ook twee cherubim van goud maken; van dicht goud zult gij ze maken, uit de beide einden des verzoendeksels.

Exodus 25:19

En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den andere cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult gijlieden de cherubim maken, uit de beide einden van hetzelve.

Exodus 25:20

En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn.

Exodus 25:21

En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.

Exodus 25:22

En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark der getuigenis zijn zullen, alles, wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israels.

Exodus 25:23

Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal haar hoogte zijn.

Exodus 25:24

En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraan maken, rondom heen.

Exodus 25:25

Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een hand breed; en gij zult een gouden krans rondom derzelver lijst maken.

Exodus 25:26

Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen.

Exodus 25:27

Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen.

Exodus 25:28

Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult dezelve met goud overtrekken; en de tafel zal daaraan gedragen worden.

Exodus 25:29

Gij zult ook maken haar schotelen, en haar rookschalen, en haar platelen, en haar kroezen (met welke zij bedekt zal worden); van louter goud zult gij ze maken.

Exodus 25:30

En gij zult op deze tafel altijd het toonbrood voor Mijn aangezicht leggen.

Exodus 25:31

Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn.

Exodus 25:32

En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde.

Exodus 25:33

In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, gelijke amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, gelijk amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan.

Exodus 25:34

Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, gelijk amandelnoten, met knopen, en met zijn bloemen.

Exodus 25:35

En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven, uitgaande; alzo zal het zijn met zes rieten, die uit den kandelaar uitgaan.

Exodus 25:36

Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig dicht werk van louter goud zijn.

Exodus 25:37

Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken, en doen lichten aan zijn zijden.

Exodus 25:38

Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn.

Exodus 25:39

Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit gereedschap.

Exodus 25:40

Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op den berg getoond is.